Als een op hol geslagen flipperkast schieten ze door hun kooitjes. Om over het gepiep – dat door merg en been gaat – maar niet te praten. Zoals Gargamel smurfen haat, haat ik cavia’s.
Dan komt het moment dat je een fotoshoot hebt met cavia’s…
De fotoshoot met de monsters
Als een op hol geslagen flipperkast schieten ze door hun kooitjes. Om over het gepiep – dat door merg en been gaat – maar niet te praten. Zoals Gargamel smurfen haat, haat ik cavia’s.
Dan komt het moment dat je een fotoshoot hebt met cavia’s.
Met lood in mijn schoenen bel ik aan. Een charmante jongeman doet open. “Dit zijn ze dan,” roept hij vol trots richting het kooitje.
Vanaf ruim twee meter afstand werp ik een vluchtige blik. “Oh ja, leuk.”
De jongen kijkt me meewarig aan. “Ze zijn heel lief, hoor.” Direct daarop opent hij het kooitje. Geen gepiep, geen paniek, zonder te morren laten ze zich oppakken. Nog voor ik nee kan zeggen, heb ik een van de monsters in mijn handen.
Piep!
Ik crinch in elkaar, dat geluidddd. Maar de cavia zit stil en doet niets. Voorzichtig aai ik hem. Okee, zacht is deze wel.
“Zijn dit wel cavia’s?” vraag ik de jongen.
“Ja! Ik zei toch dat ze leuk zijn. Ik hou zelf ook niet van cavia’s, behalve van deze.”
We schieten in de lach. Laten we maar snel gaan fotograferen.